Warning: this is a beta environment for demonstration purposes

dataset

Gefactureerde eigen bijdrage Wmo thuis op MLZ-peildatum, 2015-2019

Deze tabel toont de gemiddelde gefactureerde eigen bijdrage van leefeenheden en het aantal leefeenheden. Het gaat hier om het aantal leefeenheden dat in de zorgperiode waarin de peildatum valt gebruik maakt van ten minste één bijdrageplichtige Wmo-maatwerkvoorziening. De maatwerkvoorziening moet gefinancierd worden vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en gefactureerde worden volgens de Maximale periodebijdrage (MPB)-systematiek.

De gefactureerde eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen thuis wordt door het CAK vastgesteld op basis van de MPB-systematiek. Van 2015 tot en met 2018 werd de eigen bijdrage bepaald per zorgperiode (4 weken), waarbij rekening werd gehouden met de leefeenheidsamenstelling, de AOW-leeftijd van de leefeenheid en het bijdrageplichtig inkomen. In 2019 geldt voor gebruik van ondersteuning een abonnementstarief van 17,50 per zorgperiode (4 weken). Dit bedrag geldt ongeacht de leefeenheidsamenstelling, de AOW-leeftijd van de leefeenheid en het bijdrageplichtig inkomen. Het bedrag van 17,50 geldt bij gebruik van een of meer vormen van ondersteuning. Om kwetsbare burgers financieel te ontlasten kunnen gemeenten ervoor kiezen om een minimabeleid te voeren of om een lager maximaal bedrag (lager dan de € 17,50 van het abonnementstarief) te hanteren voor de eigen bijdrage of deze op nihil te stellen (uitsluiten van betaling eigen bijdrage).

Wanneer binnen een leefeenheid meerdere soorten Wmo-maatwerkvoorzieningen thuis zijn afgenomen, dan is niet te achterhalen welk deel van de eigen bijdrage voor welke soort ondersteuning betaald is. Wanneer binnen de leefeenheid in dezelfde periode ook gebruik gemaakt wordt van zorg die onder de lage eigen bijdrage/hoge eigen bijdrage (LEB/HEB)-systematiek valt (dit betreft Wlz-zorg en Wmo met verblijf), dan wordt de eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen thuis kwijtgescholden en zal de eigen bijdrage 0 euro zijn.

Gemeenten hebben de vrijheid om ondersteuning uit de Wmo als algemene- of als maatwerkvoorziening aan te bieden en daar al dan niet een eigen bijdrage voor te vragen. Het CAK registreert alleen maatwerkvoorzieningen waarvoor een eigen bijdrage gevraagd wordt. De keuze van gemeenten heeft daardoor effect op de door het CAK geregistreerde ondersteuning en de cijfers die daarop gebaseerd zijn.

De tabel bevat uitsluitend leefeenheden waarvan ten minste één persoon in het verslagjaar in de Basis Registratie Personen (BRP) staat ingeschreven. De cijfers zijn uitgesplitst naar leefeenheidsamenstelling, AOW-leeftijd van de leefeenheid en bijdrageplichtig inkomen.

Gegevens beschikbaar van 2015 tot en met 2019

Status van de cijfers:
De cijfers over 2019 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens van het meest recente verslagjaar niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 2 februari 2022:
Geen, de tabel is stopgezet.
Vanaf 1 januari 2020 geldt voor ondersteuning thuis bekostigd uit de Wmo 2015 dat een inkomensonafhankelijk abonnementstarief wordt gefactureerd. Hiermee vervalt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Met de wettelijke invoering van het Wmo abonnementstarief worden door het CAK geen gegevens meer geregistreerd over de samenstelling, leeftijd en bijdrageplichtig inkomen van de leefeenheid. Daardoor is het niet mogelijk deze tabel te continueren.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Find out more about this dataset

Distributions (2)

API

Gemiddelde gefactureerde eigen bijdrage, aantal leefeenheden, Wmo thuis
Leefeenheidsamenstelling, AOW-leeftijd, bijdrageplichtig inkomen

JSON http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/deed.nl CC-BY (4.0)
Feed

Gemiddelde gefactureerde eigen bijdrage, aantal leefeenheden, Wmo thuis
Leefeenheidsamenstelling, AOW-leeftijd, bijdrageplichtig inkomen

ATOM http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/deed.nl CC-BY (4.0)